Basisschool Groep 3 & 4
Wat leert mijn kind in Groep 3
De overgang van groep 2 naar 3 is heel spannend; het is de grootste stap die een kind op de basisschool maakt. Het betekent: van heel veel spelen naar langer stilzitten aan een tafeltje. En je kind gaat op een andere manier leren. Echte vakken, waaronder lezen, schrijven en rekenen.
Taal/lezen in groep 3
Leren lezen gaat in het begin met ‘hakken en plakken’, maar al snel gaat het tempo omhoog. Eerst leert je kind de letters in afzonderlijke klanken en vervolgens plakken ze deze aan elkaar. ‘Ik’ lezen ze dus eerst als ‘iii-kkk’. In het begin leren ze zogenaamde klankzuivere woorden: woorden die je schrijft zoals ze klinken, zoals ‘kaas’ en ‘ik’. Later in groep 3 leren ze ook dat je woorden als ‘hond’ uitspreekt als ‘hont’. Bij leren lezen in groep 3 ligt de nadruk eerst op correct lezen, daarna gaat het over op vloeiend en vlot lezen. Ze hoeven nu nog niet te weten wat er staat. Begrijpend lezen komt pas in groep 4 aan de orde.
Hoe ver je kind is met lezen, wordt op school regelmatig getest. Doorgaans gebeurt dat met 2 toetsen. De DMT (Drie-Minuten-Toets) test hoeveel woordjes het kind hardop in drie minuten leest. Daarnaast meet de school ook het niveau van de leestechniek. Oftewel: hoe goed kan je kind stillezen, en weet het wat er staat? Uit beide toetsen komt het AVI-niveau, dat aangeeft hoe ver je kind is met lezen.
Oefenen met AVI
Als je kind AVI-niveau ‘Midden groep 3’ heeft, dan is het goed op niveau. In de meeste boekjes voor beginnende lezertjes staat het AVI-niveau aangegeven. Kies voor thuis niet te moeilijke boekjes uit en ga samen lezen. Hou het gezellig – 15 tot 20 minuten is genoeg – en maak er een spelletje van. Lees bijvoorbeeld om beurten een bladzijde.
Rekenen in groep 3:
In groep 3 maken kinderen kennis met rekenen. Ze leren optellen en aftrekken tot 20 en maken kennis met ruimtelijk inzicht en de getallenlijn.
Optellen en aftrekken mogen ze nog even doen met hun vingers, maar ze kunnen ook een rekenrek gebruiken. Daarna gaan ze sommen uit hun hoofd maken. Ook leren kinderen wat getallen betekenen, bijvoorbeeld telefoonnummers en huisnummers, en introduceert de leerkracht begrippen als halveren en verdubbelen. En ze leren hoe je van 1 tot 100 telt.
In de klas werkt de juf of meester meestal met verschillende niveaugroepen. Sommige kinderen gaan snel; anderen hebben meer instructie nodig. Staar je niet blind op die niveaugroepjes en maak je geen zorgen als je kind in een lager groepje dan gemiddeld zit. Een hoog groepje is geen verzekering van een glanzende schoolcarrière. Zeker in groep 3 (en daarna) kan er nog van alles veranderen.
Groep 4
Groep 4 lijkt een voortzetting van groep 3, maar is best pittig voor je kind. Alles wat hij in groep 3 heeft geleerd, wordt intensiever en uitgediept.
Taal/lezen in groep 4
Je kind maakt een begin met “voortgezet technisch lezen”, zoals dat heet in onderwijsjargon. Dit betekent dat de snelheid toeneemt, tempo-lezen. Ook worden de woorden moeilijker en de zinnen langer en ingewikkelder. Er komen ook informatieve teksten bij.
Begrijpend lezen oefent het kind met werkjes waarin vragen gesteld worden over de tekst.
Twee keer per jaar maken kinderen de Drie-Minuten-Toets. Nu toetst de leerkracht ook in hoeverre je kind begrijpt wat er staat, het begrijpend lezen. Een kind leest ‘op niveau’ als hij voor de zomervakantie in AVI-eind 4 zit.
Het kan zijn dat je kind na de zomer een terugval krijgt. Blijf in de vakantie daarom ook lezen met je kind. En blijf vooral ook voorlezen. Door te luisteren naar jouw intonatie en uitspraak, leert hij ook lezen. Een ander voordeel van voorlezen is dat je kind verhalen leert kennen van boeken die nog te moeilijk zijn om zelf te lezen.
Tip: in de bibliotheek vind je ‘Samen-leesboeken’. Deze boeken hebben 2 leesniveaus en zijn speciaal gemaakt om samen, om de beurt een stuk te lezen.
In groep 4 leert je kind echt spellen en leert hij dat een woord met een ‘g’-klank bijvoorbeeld ook een ‘ch’ kan bevatten. Het makkelijkst zijn “luisterwoorden”, woorden die je opschrijft zoals ze klinken. Denk aan post en rots. Maar er zijn ook “onthoudwoorden”, waarvan je gewoon moet leren hoe je ze schrijft. Denk aan pijl met een lange ij en reis met een korte ei. Lezen is, naast oefenen, ook een goede manier om spelling onder de knie te krijgen is.
Rekenen in groep 4
De getallen worden groter; je kind leert tellen tot 1000 en maakt kennis met vermenigvuldigen. Omdat ze nu kunnen optellen en aftrekken met tientallen, gaan ze rekenen met grotere geldbedragen. Kinderen ontdekken dat 1 euro evenveel is als 100 eurocent en 5 maal 20 cent. Maten en gewichten, klokkijken en geld komen ook aan bod.
In groep 4 gaat je kind beginnen met het leren van de tafels van vermenigvuldiging. Eerst komen de ‘makkelijke’ tafels aan bod, zoals die van 10 en die van 1 tot en met 5. Het is belangrijk dat je kind alle tafels uit het hoofd kent, oftewel kan automatiseren. Hiermee leg je de basis voor verdere rekenvaardigheden, zoals het delen en vermenigvuldigen van grotere getallen.
Het leren van tafels is een saai klusje, maar gelukkig zijn er allerlei tafelspelletjes waarmee je kind op een leuke manier kan oefenen, zo ook voor de IPad of telefoon. Of gebruik de methode van vroeger: een papiertje met de tafels op het toilet hangen.
Wereldoriëntatie in groep 4
Het lezen en schrijven is ook gekoppeld aan andere vakken, zoals aardrijkskunde en geschiedenis. Gedurende de basisschool worden deze wereldoriëntatievakken steeds belangrijker, maar lezen en schrijven horen daar altijd bij.
Je kind leert informatieve teksten lezen en daar schriftelijk vragen over beantwoorden. Naast de reguliere methode is er een heel leuk nieuw programma voor begrijpend lezen, dit is Nieuwsbegrip. Kinderen lezen in de klas een tekst uit de krant of een tijdschrift over een actueel onderwerp. Daarover beantwoorden ze vervolgens vragen. Behalve dat ze kennis nemen van het nieuws, leren ze ook informatieve teksten beter begrijpen.